21 november 1942: Geboren in Bandoeng (Nederlands Indië)
1944-1949: Gezin verhuist van Singapore naar Ambon > Den Haag > Jakarta (Kebajoran)
> Hollandia (Nieuw Guinea)
1949-1955: Hollandia
1955: Gezin verhuist naar Nederland
Tijdens mijn H.B.S.-tijd op het Dalton Lyceum in Den Haag, eind jaren vijftig, nam ik mijn eerste saxofoonlessen. Ik luisterde dagelijks naar mijn bebop-idolen Charlie Parker, Thelonious Monk, Sonny Rollins, Charles Mingus en later Ornette Coleman, Eric Dolphy, Steve Lacey. Ik schreef gedichten in het spoor van de Vijftigers en hun voorganger Hans Lodeizen.
Begin jaren zestig - ik studeerde inmiddels Nederlands aan de Universiteit van de Amsterdam - raakte ik in de ban van countryblues (Son House, Skip James, Sleepy John Estes) en folk (Bob Dylan). Ik leerde mijzelf gitaar spelen en zingen. In 1967 verschenen de eerste Nederblues-langspeelplaten waaraan ik bijdragen leverde (H2O in blue en Blues in Amsterdam). In eigen beheer werd later uitgegeven Rattlesnakes coming out of the basket (1971, met Peter de Jong en Victoria Varekamp).
Inmiddels was ik begonnen aan een synthese tussen de gedichten/jazz uit mijn middelbare schooltijd en de nederblues. Ik speelde (slide-)gitaar en saxofoon in het Bewegingstheater Bewth (1968 - 1974) en begon met het schrijven van Nederlandse liederen - i.c. gezongen gedichten. Gedurende enkele jaren (1976-1982) leidde ik de muziekgroep BOèM waarmee ik dit repertoire speelde en optrad. Aan het eind van die periode werkte ik korte tijd samen met Latijnsamerikaanse zangers-componisten (Numa Moraes, Carlos Rivas/Gustavo Pazos).
In 1984 staakte ik alle muzikale activiteit, met het idee dat dit tijdelijk zou zijn. In 2002 pakte ik mijn Kramer-gitaar weer uit de kast, zong met nieuwe inspiratie mijn oude liederen en componeerde nieuwe. Dit resulteerde eind november 2008 in de CD Sirene van blues.
|